De interstellaire komeet 3I/ATLAS passeert rond Halloween door ons zonnestelsel. Het object is ontdekt door het ATLAS-systeem, een automatisch zoeknetwerk voor planetoïden en kometen op Hawaï. Observatoria in Europa en daarbuiten volgen de baan en helderheid op het moment van schrijven nauwgezet. Dit zeldzame bezoek geeft onderzoekers nieuwe data over materiaal uit andere sterrensystemen en versterkt Europese samenwerking in ruimteonderzoek en digitalisering van wetenschappelijke data.
Interstellaire komeet nadert nu
3I/ATLAS is aangewezen als interstellair object, wat betekent dat de komeet niet rond de zon blijft draaien. Het is na 1I/‘Oumuamua (2017) en 2I/Borisov (2019) pas het derde bekende object van buiten ons stelsel. De komeet doorkruist ons planetenstelsel en verdwijnt daarna weer de interstellaire ruimte in. Dat maakt het een kort en waardevol observatievenster.
De passage vindt plaats in de laatste dagen van oktober en de eerste helft van november. Op het moment van schrijven is de komeet zwak en alleen met professionele of grote amateurtelescopen te volgen. Er is geen risico voor de aarde; het gaat om een verre, snelle voorbijganger. Voor onderzoekers telt vooral de kans om unieke metingen te doen.
De ontdekking komt van het Asteroid Terrestrial-impact Last Alert System (ATLAS), dat met algoritmen de hemel scant op nieuwe objecten. Na detectie volgen bevestigingen door meerdere observatoria om schijnbewegingen uit te sluiten. Posities en eerste baanberekeningen worden centraal verzameld en gecontroleerd. Het Minor Planet Center van de International Astronomical Union publiceert die gegevens voor de gemeenschap.
Herkomst blijkt uit baan
De interstellaire herkomst is af te leiden uit de baanvorm en snelheid. Een object dat niet door de zon gebonden is, heeft een hyperbolische baan met een excentriciteit groter dan 1. Ook de hoge inkomende snelheid wijst op een oorsprong buiten het zonnestelsel. Samen laten deze parameters zien dat 3I/ATLAS een bezoeker is, geen inwoner.
Naast de baan kijken astronomen naar de samenstelling via spectroscopie, een techniek die licht ontleedt per golflengte. Zo wordt zichtbaar welke gassen en stofdeeltjes verdampen als de komeet de zon nadert. De uitkomst wordt vergeleken met kometen uit de Oortwolk, onze “eigen” voorraad verijsd materiaal. Verschillen kunnen laten zien hoe andere planetenstelsels zijn gevormd.
Europese onderzoeksinstituten, waaronder universiteiten, ESO-telescopen en organisaties als SRON, dragen bij met metingen en data-analyse. Open data-platforms helpen teams in verschillende landen snel samen te werken. Op het moment van schrijven worden lichtkrommen en spectra verzameld en gedeeld. Dat versnelt publicaties en vergroot de betrouwbaarheid van conclusies.
Definitie: een interstellair object volgt een hyperbolische baan (excentriciteit > 1) en is niet door de zwaartekracht van de zon gebonden.
Zichtbaarheid blijft beperkt
Voor het brede publiek is 3I/ATLAS waarschijnlijk te zwak om met het blote oog te zien. Zelfs met verrekijker is de kans klein, zeker in lichtvervuilde gebieden zoals de Randstad. Amateurs met een grotere telescoop en een donkere hemel maken meer kans. Korte belichtingstijden met een volgmontering kunnen een vaag staartje laten zien.
Wie geen telescoop heeft, kan meedoen via online waarnemingen. Europese platforms zoals het Italiaanse Virtual Telescope Project organiseren vaak livestreams rond bijzondere passages. Ook enkele sterrenwachten in Nederland delen opnames via sociale media. Zo is het fenomeen te volgen zonder ingewikkelde apparatuur.
Praktisch advies voor wie toch buiten wil kijken: kies een zo donker mogelijke plek en laat uw ogen wennen aan het donker. Gebruik een sterrenkaart-app om het juiste hemelgebied te vinden. Verwacht geen helder object; het gaat om subtiele lichtvlekjes in lange belichtingen. Veiligheidsmaatregelen zijn niet nodig, want de komeet staat extreem ver weg.
Europa monitort actief mee
ESA’s Near-Earth Object Coordination Centre in Italië coördineert Europese bijdragen aan positie- en helderheidsmetingen. De data stromen samen met waarnemingen van ESO-instrumenten en nationale sterrenwachten. Op het moment van schrijven worden baanmodellen regelmatig geactualiseerd. Zo ontstaat een steeds nauwkeuriger beeld van het pad en de snelheid.
De resultaten worden gedeeld via het Minor Planet Center en Europese data-infrastructuren. Dat past in het open science-beleid van veel EU-programma’s. Onderzoekers publiceren hun code en algoritmen steeds vaker vrij beschikbaar. Dit verhoogt de kwaliteit en herhaalbaarheid van conclusies over interstellaire bezoekers.
Ook burgerwetenschap speelt een rol. Europese amateurastronomen leveren astrometrie en fotometrie, de basismetingen voor baan en helderheid. In Nederland helpt de Werkgroep Kometen van de KNVWS bij het verzamelen en controleren van observaties. Zo versterken professionals en vrijwilligers elkaars werk.
ESA bereidt intercepties voor
De missie Comet Interceptor van ESA en JAXA is ontworpen om een nog onbekende, dynamische komeet te bezoeken. Het ruimtevaartuig zal bij het L2-punt paraat staan en na ontdekking van een geschikt doel snel vertrekken. Dat kan een langperiodieke of mogelijk interstellaire komeet zijn. Het plan verkleint de tijd tussen ontdekking en ontmoeting.
De komst van 3I/ATLAS onderstreept waarom vroegtijdige detectie en snelle data-uitwisseling nodig zijn. Systemen als ATLAS en Europese surveys maken dat mogelijk. Met meer automatische algoritmen en betere sensoren groeit de kans op een trefzekere missie. Elke interstellaire passant is een generale repetitie voor Comet Interceptor.
Europa investeert via ESA’s Space Safety-programma en Horizon Europe in instrumenten, data-analyse en grondsystemen. Dat heeft gevolgen voor het bedrijfsleven, van sensortechnologie tot software voor dataverwerking. Universiteiten en startups werken samen aan snellere algoritmen en robuuste systemen. Zo versterkt ruimteonderzoek ook Europese innovatie en digitalisering in de wetenschap.
