Je opent een nieuwe app, en hop—je mag meteen een profiel aanmaken. Gebruikersnaam, e-mailadres, wachtwoord, bevestigen, verificatie, toestemmingen. Je wilde gewoon iets kleins doen, maar zit alweer vast in de registratienet.
Die frustratie heeft de deur geopend voor een alternatief dat steeds serieuzer wordt genomen: gedecentraliseerde diensten zonder registratie.
Wat bedoel je met gedecentraliseerd?
Een dienst is gedecentraliseerd als er geen centrale server of baas aan het roer staat. In plaats daarvan draait het systeem via een netwerk van computers, vaak van gebruikers zelf.
Geen bedrijf dat bepaalt wat je wel of niet mag doen. Geen centrale database waar alles over jou wordt opgeslagen. In plaats daarvan: iedereen draagt een stukje van het geheel.
Het idee is dat je daardoor meer vrijheid hebt, meer privacy, en minder kans dat alles platligt omdat één server crasht. Denk aan torrents of blockchainprojecten—dat zijn typische voorbeelden van hoe het werkt.
Ook bij sommige online casino’s zal je dit systeem reeds zien – met een navenante sterke toename in populariteit. Veel spelers willen gewoon meteen gokken zonder ID-checks, genieten van de spelletjes en proberen mooie winst te maken – zonder hun adres te moeten tonen of hun kredietwaardigheid te bewijzen.
En wat is er zo speciaal aan “zonder registratie”?
Bij traditionele apps is registratie vaak de toegangspoort. Bij gedecentraliseerde diensten zonder registratie werkt dat anders. In plaats van een gebruikersaccount, gebruik je bijvoorbeeld een cryptografische sleutel. Geen e-mailadres, geen wachtwoord, geen bevestiging via sms. Je draait gewoon meteen mee.
Dat maakt de drempel superlaag. En het heeft nog een voordeel: niemand weet wie je bent. Je privacy blijft onaangetast, omdat er niets is om te koppelen aan jouw echte identiteit.
Bestaat dit echt al?
Ja hoor, dit is geen sciencefiction. Sterker nog, het groeit behoorlijk. Er zijn meerdere diensten die het registratieloze pad serieus bewandelen.
Denk aan Mastodon (gedecentraliseerd sociaal netwerk), Session (een chatapp gebaseerd op Lokinet), of DWeb-projecten zoals IPFS. Bij veel van die tools kun je zonder traditionele inlogstructuur aan de slag.
Bij Session, bijvoorbeeld, krijg je een willekeurige ID bij je eerste bezoek. Geen e-mailadres nodig. Die ID is jouw sleutel. Bewaar je die, dan blijf je verbonden met je gesprekken. Verlies je ‘m, dan begin je gewoon opnieuw. Simpel zat.
Waarom groeit de interesse?
Sinds 2020 is privacy steeds vaker een hot topic. De schandalen rond Facebook, TikTok en andere techreuzen hebben mensen wakker geschud. Je wilt niet dat elk online wissewasje gelogd en geanalyseerd wordt.
Bovendien zijn mensen het zat dat alles wordt gecentraliseerd en gecontroleerd door een handvol giganten.
De populariteit van cryptoprojecten laat zien dat decentralisatie werkt. Diezelfde drang naar onafhankelijkheid sijpelt nu door naar chatapps, browsers, zoekmachines en bestandsdeling. Alles zonder accounts, als het even kan.
Zijn er ook nadelen?
Absoluut. Geen centrale controle betekent ook: niemand die kan ingrijpen als er misbruik plaatsvindt. Moderatie is lastig. En als je je sleutel kwijtraakt, is er geen ‘wachtwoord vergeten’-optie.
Ook het gebruiksgemak is vaak minder gelikt dan bij traditionele diensten. De interfaces zijn soms kaal, de instellingen verwarrend, en documentatie ontbreekt nog weleens.
Daarnaast zijn sommige netwerken technisch zwaarder. Omdat iedereen een stukje van het netwerk runt, vraagt dat soms meer van je apparaat. Denk aan opslagruimte of rekenkracht. Niet iedereen zit daarop te wachten.
Wat zijn de grote spelers?
Naast Session en IPFS zie je ook projecten als Nostr opkomen. Die laatste is een protocol waarmee je gedecentraliseerde sociale netwerken kunt bouwen. Elon Musk toonde er interesse in, en het kreeg in korte tijd veel tractie.
Ook Brave (de browser) werkt met het idee van privacy en decentralisatie. Je krijgt daar beloningen in crypto als je advertenties toestaat—maar die advertenties komen niet van een centrale partij. Dat laat zien dat decentralisatie steeds breder wordt ingezet, ook buiten de niches.
Is dit allemaal legaal?
Tot nu toe wel. Gedecentraliseerde diensten vallen vaak buiten traditionele regelgeving, omdat er geen duidelijk aanspreekpunt is. Dat maakt het lastig voor overheden om ze te controleren of verbieden.
Maar dat betekent niet dat alles zomaar mag. In sommige landen zie je al pogingen om bepaalde netwerken te blokkeren.
Toch blijft het technisch lastig om deze systemen écht plat te leggen. Zonder centrale server is er immers geen doelwit. Het is alsof je probeert water in je hand vast te houden.
Wat drijft gebruikers?
De motivatie verschilt per persoon. Sommigen zijn techneuten die houden van autonomie en experimenteren. Anderen zoeken naar tools zonder tracking of reclame. En dan heb je nog de mensen in landen met censuur (denk aan China) —voor hen is dit geen luxe, maar noodzaak.
Inwoners van landen waar je niet zomaar alles mag zeggen, zijn gedecentraliseerde tools soms je enige venster op de wereld. Daar gaat het allang niet meer over gadgets, maar over vrijheid.
Wat vinden de grote techbedrijven ervan?
Die kijken met argusogen toe. Ze voelen dat de grip op gebruikers langzaam afneemt. Als je geen gegevens meer deelt, kunnen ze ook geen profielen van je maken. Geen data, geen advertenties, geen inkomsten. Logisch dus dat ze dit niet aanmoedigen.
Sommige bedrijven proberen alsnog een graantje mee te pikken. Google experimenteert met “privacyvriendelijke” advertentiemodellen. Meta werkt aan zogeheten “decentralized identity” (maar wel beheerd via Meta zelf, zoals het “veilige” WhatsApp). Je kunt je afvragen of dat nog echt gedecentraliseerd is, of gewoon een marketingtruc.
En de beveiliging?
Die zit technisch vaak wel goed. Omdat alles draait op versleuteling en peer-to-peerstructuren, is het voor buitenstaanders lastig om binnen te komen. Maar dat betekent niet dat het onkwetsbaar is. Soms zitten de risico’s juist bij de gebruiker. Eén verloren sleutel, en je bent alles kwijt.
Er is ook het risico van sociale manipulatie. Bij gebrek aan moderatie kunnen kwaadaardige gebruikers makkelijk misbruik maken van de vrijheid die het systeem biedt. Denk aan scams, nepnieuws of illegale content.
Wordt dit mainstream?
Dat hangt ervan af. De techniek werkt, de interesse groeit, maar de grote doorbraak moet nog komen. Wat nodig is: betere interfaces, goede uitleg voor beginners, en tools die intuïtief aanvoelen. Als die drempel omlaag gaat, kan het snel gaan.
Voorlopig blijft het een speeltuin voor avonturiers, idealisten, en mensen die echt om hun privacy geven. Maar zeg nooit nooit.
Wat vandaag nog een gimmick lijkt, kan morgen zomaar de norm worden. Vraag het maar aan de schatrijke mensen die jaren geleden begonnen met crypto—die werden toen ook uitgelachen.