Hoe zet je een draadloos netwerk op?

Een draadloos thuisnetwerk bestaat in de meeste gevallen uit een draadloze router en verschillende apparaten die kunnen communiceren met een draadloos netwerk. Het opzetten van een draadloos netwerk is zeer eenvoudig: de meeste providers in Nederland leveren bij het afsluiten van het abonnement een draadloze router en door de internetverbinding aan te sluiten op de WAN-poort van de router en met een computer of mobiel apparaat verbinding te maken met de router, kan er meestal zonder veel problemen direct via het draadloze netwerk worden gesurft.

 

Toch komt er in veel gevallen bij het opzetten van een draadloos netwerk wat meer bij kijken dan alleen het aansluiten van de internetverbinding en de router. Zo is het verstandig om even alle instellingen door te lopen en bijvoorbeeld de beveiliging in te schakelen. Daarnaast kunnen ook andere instellingen zoals de netwerknaam (SSID), vaste ip-adressen en/of (UPnP) port forwarding worden ingesteld op de instellingenpagina van de router.

 

Draadloze netwerken hebben bovendien maar een beperkt bereik en daardoor is de plaatsing van de router vaak ook vrij belangrijk voor een goede signaalontvangst op alle apparaten. De router vormt de kern van het netwerk, veel gegevens zullen van en naar de router worden verzonden, en het is dus verstandig om de router op een centraal punt te plaatsen en ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk wanden en/of andere obstakels zijn die het signaal kunnen blokkeren.

De kwaliteit van de signaalontvangst, die op computers en mobiele apparaten meestal met balkjes wordt weergegeven, is bij een draadloos netwerk erg belangrijk en heeft een grote invloed op de snelheid van het netwerk. Door de router en eventueel de apparaten die zijn verbonden met de router optimaal te plaatsen is het in veel gevallen mogelijk om hogere snelheden te behalen op het netwerk. De maximale snelheid die kan worden behaald is afhankelijk van het type router en apparatuur (de 802.11-standaard), de kwaliteit van de signaalontvangst en de gekozen frequentie.

 

Frequentie – 2,4 GHz vs 5 GHz

Hoewel vrijwel alle routers die vandaag de dag worden verkocht gebruik kunnen maken van zowel de 2,4 GHz-band als de 5 GHz-band, zijn er een groot aantal modellen die ofwel de ene, ofwel de andere band kunnen gebruiken. Er moet in dat geval dus een keuze worden gemaakt voor één van beide frequenties. Welke frequentie het beste kan worden gekozen, is op voorhand moeilijk aan te geven.

De 5 GHz-band is onderverdeeld in 23 aparte kanalen en doordat er maar weinig andere apparatuur is die gebruik maakt van de band, is de kans op signaalstoringen klein en zullen de snelheden bij ideale omstandigheden op deze band het hoogst zijn. Een probleem is echter wel dat het bereik van routers bij gebruik van de 5 GHz-band wat kleiner is en signalen hebben op de band bovendien wat meer moeite om door obstakels en muren te gaan. Daarnaast is de kans groot dat vooral wat oudere apparatuur niet kan communiceren op deze band en dus alleen gebruikt kan worden met een 2,4 GHz-netwerk.

Op de 2,4 GHz-band zullen alle apparaten met wifi-certificatie zonder problemen werken, maar deze band heeft als voornaamste nadeel dat de kans op slechte signaalontvangst door storingen een stuk groter is. Want hoewel het bereik op deze band groter is, zijn er maar 3 aparte kanalen, terwijl verreweg de meeste draadloze netwerken gebruik maken van deze frequentieband. Daarnaast zijn er ook nog vele andere apparaten (waaronder magnetrons, draadloze telefoons, draadloze toetsenborden en draadloze muizen) die dezelfde frequenties gebruiken en die een invloed kunnen hebben op kwaliteit van de signaalontvangst. Een laatste nadeel van de 2,4 GHz-band is dat netwerkapparaten met wireless n of wireless ac (801.11n of ac) niet hun maximumsnelheid kunnen bereiken op deze band.

Welke band uiteindelijk het best kan worden gebruikt, kan eigenlijk alleen worden bepaald door te controleren of alle apparaten met beide banden overweg kunnen en vervolgens een test uit te voeren welke frequentieband de beste signaaloverdracht en snelheid biedt. Indien de router beide banden ondersteunt kan het verdelen van apparaten over beide banden de netwerksnelheid ten goede komen.

 

Tips voor opzetten en instellen draadloos netwerk

Tot slot volgen hier nog een aantal tips voor het opzetten en instellen van een draadloos netwerk.

Hoewel draadloze netwerken doorgaans gebruik maken van een router als toegangspunt, is een router (of ander soort toegangspunt) geen vereiste voor het opzetten van een draadloos netwerk. Het is in gevallen waar geen router voorhanden is mogelijk om met behulp van een zogenaamd ad-hoc-netwerk snel wat documenten of een internetverbinding te delen. Aangezien een ad-hoc-netwerk minder snel en stabiel is dan een normaal draadloos netwerk, wordt het niet aanbevolen als permanente oplossing.

Wie vandaag de dag van plan is om zelf een router aan te schaffen, doet er verstandig aan om in ieder geval een dual-band router aan te schaffen, zodat er gebruik kan worden gemaakt van beide frequentiebanden. Daarnaast is een router van de meest recente standaard aan te bevelen, aangezien vrijwel al deze routers simultaan dual-band ondersteunen waardoor ze tegelijkertijd op de 2,4 GHz- en 5 GHz-band kunnen worden gebruikt. Doordat internetverbindingen bovendien steeds sneller, er zijn zelfs al glasvezelabonnementen met een snelheid van 1000 mbps, kan de extra bandbreedte die de meest recente standaard biedt altijd van pas komen.

 

De instellingen van de router kunnen worden geopend door verbinding te maken met het draadloze netwerk en vervolgens in de browser naar het ip-adres van de router te surfen. Voor vrijwel alle routers is het standaard ip-adres 192.168.1.1 of 192.168.1.1, terwijl er voor het openen van de instellingenpagina doorgaans de gebruikersnaam ‘admin’ en het wachtwoord ‘admin’ moeten worden ingevuld. Het ip-adres van de router en de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de instellingenpagina kunnen ook in de handleiding van de router worden gevonden.

 

 

Het is aan te bevelen om de beveiliging van de router tijdens het opzetten van het netwerk in te schakelen en bij de beveiligingsopties van de router te kiezen voor de optie ‘WPA2’. WPA2 is op dit moment de sterkst mogelijke beveiliging voor draadloze netwerken. Kies nooit voor de optie ‘WEP’, aangezien deze beveiliging sterk verouderd is, waardoor het wachtwoord binnen enkele minuten kan worden achterhaald met behulp van speciale programma’s.

 

Het is met wireless n of wireless ac (801.11n of 801.11ac) routers mogelijk om op de instellingenpagina van de router de kanaalbreedte te verhogen. Door het verhogen van de kanaalbreedte zal de snelheid bij goede ontvangst toenemen, maar bij slechte ontvangst kan de snelheid afnemen. Test daarom goed of een hogere kanaalbreedte snelheidswinst oplevert, aangezien het ook een negatief effect kan hebben op de snelheid.

Maak waar mogelijk gebruik van de 5 GHz-band. Doordat veel mensen tegenwoordig een draadloos netwerk hebben en veel van deze draadloze netwerken gebruik maken van de 2,4 GHz-band, is de kans op signaalstoringen op de 2,4 GHz-band relatief groot. De 5 GHz-band is vrijwel altijd de beste keuze indien er geen problemen zijn met de signaalontvangst.

 

Als de signaalontvangst op de 2,4 GHz-band slecht is en het niet mogelijk is om gebruik te maken van de 5 GHz-band, gebruik dan een programma als inSSIDer om alle draadloze netwerken in de omgeving in kaart te brengen. Selecteer vervolgens voor het eigen netwerk een kanaal waarop de kans op signaalstoringen met andere netwerken in de buurt zo klein mogelijk is.

Als het veranderen van de frequentie en het kanaal geen effect heeft en de signaalontvangst nog altijd niet optimaal is, kan het bereik van het draadloos netwerk ook worden vergroot door extra routers, toegangspunten of range extenders toe te voegen aan het netwerk. Veel providers in Nederland bieden de mogelijkheid om kwalitatief goed draadloze toegangspunten in te kopen tegen een voordelige prijs.

 

Het is in sommige gevallen mogelijk om de signaalontvangst te verbeteren door speciale firmware op een router te installeren en het zendvermogen te verhogen of door de antennes van de router aan te passen of te vervangen.